De verbinding tussen Kranjska Gora en Trenta was waarschijnlijk al bekend bij de oude volkeren die in onze streken leefden. De eerste bezoekers van de pas waren waarschijnlijk jagers, gevolgd door herders. Dit leidde tot de aanleg van de eerste paden over de pas, die toen Kranjsko Sedlo heette. In de middeleeuwen vestigden mensen zich in Trenta.
Het leven in deze zeer afgelegen vallei was extreem hard en de dichtstbijzijnde route naar de beschaving liep via de Vršič Pas naar het toenmalige Borovška Village (het huidige Kranjska Gora). In ruil voor kaas, wol en huiden kregen de mensen de eerste levensbehoeften. In de 16e eeuw ontwikkelde de ijzerbewerking zich in Trenta, wat leidde tot ontbossing. Dit bleef zo tot de 18e eeuw, waarna Trenta weer stil viel. Janez Vajkard Valvasor noemde de bergen boven Kranjska Gora in zijn boek “De glorie van het hertogdom Carniola”, waarin hij de weg door Kranjsko Sedlo beschreef.
In de 19e eeuw maakten voornamelijk herders gebruik van de pas, af en toe bezocht door wetenschappers zoals de arts Belsazar Hacquet. Hij beschreef de gieterijen, de geologische structuur van rotsen en de alpiene flora en publiceerde deze in “Plantae Alpinae Carniolicae” (1782). Het gebied werd ook bezocht door opmerkelijke figuren zoals de Engelsman Humphry Davy, de Franse botanicus Albert Bois de Chesne en de bergbeklimmers Dr. Julius Kugy en Dr. Henrik Tuma. Toen het bezoek aan de bergen in de tweede helft van de negentiende eeuw toenam, begon de lokale bevolking de kost te verdienen als berggidsen en bloeide ook de houthandel op.
In de loop van de geschiedenis heeft de pas verschillende namen gekregen: Jezerca, Kranjski vrh, Mojstrovka Pass en Apenverein. In 1901 werd de eerste hut, Vosshutte, gebouwd op de pas, die nu Erjavčeva koča heet. Elf jaar later volgde de Sloveense hut, nu bekend als Tičarjev dom, genoemd naar de arts en bergbeklimmer Dr. Josip Tičar.
Hoewel de Eerste Wereldoorlog nog in het verschiet lag, erkenden de Oostenrijkers het belang van dit deel van Slovenië. In 1907 werden er militaire oefeningen georganiseerd rond Vršič, waaraan aartshertog Franz Ferdinand zelf deelnam. Verschillende militaire eenheden staken de pas over tijdens de oefeningen, wat leidde tot de aanleg van een noodweg en verschillende bruggen en de route bepaalde voor de toekomstige weg.